Elke groep bestaat uit 2 á 4 leerlingen.
Lees de vragen hieronder zorgvuldig door.
Gebruik het internet om antwoorden op te zoeken. Onder het kopje infobronnen staan suggesties van informatieve websites.
Maak van alle vragen één geheel en lever die in.
Het eindresultaat lever je uitgeprint in bij de docent. Kijk bij beoordeling waar deze op let.
Bij vragen, twijfel niet en meld dit tijdig bij de docent.
Titelblad met de namen van de groepsleden
Inhoudsopgave
De antwoorden op de vragen en opdrachten
De eigen meningen van jullie
Zorg voor een nette lay-out, met kopjes, functionele plaatjes, lettertype 12 (Times New Roman)
Hieronder kun je de vragen vinden die jullie moeten beantwoorden. Sommige vragen moeten in groepsverband gemaakt worden, andere moeten individueel beantwoord worden.
1. Hoe luidt de officiële naam van Haiti? (1p)
2. Welke ontdekkingsreiziger heeft Haiti ontdekt? (1p)
3. Haiti wordt omschreven als een eilandstaat. Leg in je eigen woorden uit wat die omschrijving betekent. Gebruik niet meer dan vijf zinnen. (1p)
4. Wat was het gevolg van de Vrede van Rijswijk (1697) voor de voertaal op Haiti? (1p)
5a. Hoeveel mensen wonen er op Haiti? ……… (1p)
5b. Wat is de bevolkingsdichtheid op Haiti? ……… /km2 (1p)
5c. Hoe is de economie? O – Zwak O – Sterk (1p)
6. Raadpleeg bron "De Aardbeving". Leg uit hoe de aardbeving op Haiti is ontstaan. Gebruik bij je uitleg de termen: aardplaat en breuklijn. (2p) Na een aardbeving of een andere natuurramp hoor je weleens in de media dat er een inzamelingsacties gestart worden om noodhulp aan het getroffen gebied te geven.
7. Leg in je eigen woorden uit wat nu het verschil is tussen noodhulp en ontwikkelingshulp. (2p)
8. Noem drie manieren waarop hulp uit Nederland aan andere landen wordt gegeven. (3p)
9a. Wanneer geeft Nederland noodhulp? (1p)
9b. Aan welke regels heeft Nederland zich dan te houden? (1p)
10. Noem aantal manieren waarop noodhulp verleend kan worden, minimaal vier. (4p)
11. Noem twee economische voordelen die er zijn voor Haiti door de aardbeving? (2p)
12. Noodhulp uit idealisme of eigenbelang? Of misschien wel van allebei een beetje! Schrijf een betoog van tien zinnen waarin je op beide mogelijkheden ingaat. (10p)
13. Elke leerling uit de groep moet een kort verslag schrijven over zijn of haar bijdrage, de samenwerking en hoe ze de opdrachten ervaren hebben. Minimaal een half A4'tje. (10p)